Liturgie voor de Zondagavondzang van 20 oktober, aanvang 19.30 uur

 

 

 

Zondagavondzang  385

20 oktober 2024

  1. ORGELSPEL

 

  1. OPENING

 

3. SAMENZANG

 

IK BOUW OP U                                     Opw. 124 vs. 1, 2, 3

 

Ik bouw op U, mijn schild en mijn verlosser.

Niet eenzaam ga ik op de vijand aan.

(Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming.

Ik bouw op U en ga in uwe Naam 2x)

 

Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend.

En telkens meer moet ik uw kracht verstaan.

(Toch rijst in mij een lied van overwinning.

Ik bouw op U en ga in uwe Naam 2x)

 

Ik bouw op U, mijn schild en mijn verlosser.

Gij voert de strijd, de huld’ is U gewijd. (In ‘t laatste uur zal ‘k zegevierend ingaan, in rust met U,  die mij hebt voortgeleid.2x)

 

          O, HEER MIJN GOD                                     Op toonh. 282

 

O, Heer mijn God, wanneer ik in verwond’ring de wereld zie die U hebt voortgebracht. Het sterrenlicht, het rollen van de donder, heel dit heelal, dat vol is van uw kracht.

Refrein:

Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God:

hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij. Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God: hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!

 

Als ik bedenk, dat Jezus zonder klagen  tot in de dood gegaan is als een lam, sta ik verbaasd, dat Hij mijn schuld wou dragen en aan het kruis mijn zonde op zich nam. Refrein:

 

Als Christus komt met majesteit en luister,  brengt Hij mij thuis, hoe heerlijk zal dat zijn. Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen  en zingt mijn ziel: o Heer, hoe groot zijt Gij! Refrein:

 

LAAT M’ IN U BLIJVEN, GROEIEN, BLOEIEN

Gez. 229 NHB vs. 1, 2, 4

Laat m’ in U blijven, groeien, bloeien, o Heiland, die de wijnstok zijt! Uw kracht moet in mij overvloeien, of ‘k ben een wis verderf gewijd. Doorstroom, beziel en zegen mij, opdat ik waarlijk vruchtbaar zij.

 

Ik kan mijzelf geen wasdom geven: niets kan ik zonder U, o Heer. In uw gemeenschap kiemt er leven en levensvolheid meer en meer. Uw Geest zij in mij uitgestort; de rank, die U ontvalt, verdort.

 

Dan blijft mijn ziel voor U gewonnen, dan wint mijn ziel door U in kracht! Het werk, in need’righeid begonnen, wordt dan in heerlijkheid volbracht! Wat in de winds’len sliep, ontbot en komt in ‘t licht en rijpt voor God.

 

  1. KOORZANG

 

HEER, ZEGEN ONS SAMENZIJN                Koornr. B 051

 

EEN TOEKOMST VOL VAN HOOP             Koornr. B 074

 

  1. SAMENZANG

 

          VAN U ZIJN ALLE DINGEN            Lb. 465 vs. 1, 3, 5

 

1 Van U zijn alle dingen, 3 Hoe kent Gij al mijn noden,
van U, o God en Heer, waarin Gij trouw voorziet.
van U de zegeningen Gij geeft geen steen voor broden,
die ‘k biddende begeer. een slang voor vissen niet!
Gij wilt mijn weg omringen Wie komt tot U gevloden,
met liefde wijs en teer. wien Gij geen redding biedt?
Wat wij ooit goeds ontvingen, Gij laat de zondaar noden,
het is van U, o Heer.

 

5 U zal ik eeuwig eren, die eeuw’ge goedheid zijt! U blijve, Heer der heren, geheel mijn hart gewijd. Wat kan ik niet ontberen wanneer uw hand mij leidt, wat vuriger begeren dan uwe heerlijkheid!

 

6.    ORGELIMPROVISATIE

 

7.    SAMENZANG

 

nog eer hij tot U vliedt.
OP, WAAKT OP!   Nw. lb. 749 vs. 1, 2, 3

 

Op, waakt op! zo klinkt het luide. Wat wil dit roepen toch beduiden, gij torenwachters van de tijd? Middernacht is aangebroken,

zijn uwe lampen wel ontstoken, gij maagden, die de Heer verbeidt? Gij slapenden, ontwaakt, de Bruidegom genaakt! Halleluja, nu opgestaan! Het feest breekt aan; gij moet Hem ijlings tegengaan.

 

Sion hoort de wachters zingen, zij voelt het hart van vreugd opspringen, ontwaakt met spoed, staat haastig op. Uit de hemel daalt Hij neder, in waarheid sterk, in liefde teder: haar licht verschijnt, haar ster gaat op. Kom Heiland, ‘s aardrijks kroon, Heer Jezus, ‘s Vaders Zoon! Zingt hosanna, komt altemaal ter bruiloftszaal, waar Hij ons roept aan ‘t avondmaal!

 

Laat ons U ter ere zingen met allen, die uw troon omringen, een koor van mens’ en englenstem! Paarlen zijn der poorten bogen, die nederdalen uit den hogen: het hemelse Jeruzalem. Geen oog heeft ooit begroet, geen hart heeft ooit vermoed zulk een vreugde. Zo juichen wij en roemen blij de glorie van uw heerschappij!

 

           O LIEVE HEER, GEEF VREDE       Nw. lb. 1009 vs. 1, 2, 3

 

1 O lieve Heer, geef vrede 2 Doe onze ogen stralen,
aan allen hier beneden doe ons het hart ophalen
die uitzien naar uw feest, aan blijdschap na verdriet;
opdat de mensen weten: o God voor wie verschijnen
uw heilige profeten Christus en al de zijnen,
zijn niet verblind geweest.

 

3 Verlos ons van de boze, laat niet de goddelozen op aarde koning zijn! Laat ons uw land betreden, dat zal een land van vrede van melk en honing zijn!

 

8. KOORZANG.

 

versmaad hun smeken niet!
         TOEWIJDING

 

  Koornr. B 075
         VERLANGEN           Koornr. B 080

 

  1. SAMENZANG

 

GIJ DIE ALLE STERREN HOUDT

   
 

 

       Nw. lb. 919 vs. 1, 2, 3
1 Gij die alle sterren houdt 2 Want de lichten die wij zelf
in uw hand gevangen, aan de hemel stelden,
Here God, hoe duizendvoud glinst’rend in het zwart gewelf,
wekt Gij ons verlangen! sterren, ongetelde,
Ach, ons hart al hun glans
is verward, dooft nochtans,
leer het op uw lichte dan is heel ons leven
hoge rijk zich richten. door de nacht omgeven.

 

3 God, is dan wat U verliet  uit uw hand gevallen?  Mist Gij onze wereld niet  bij uw duizendtallen?  Blijf niet ver, doe één ster  in de nacht ons gloren,  of wij zijn verloren!

 

EEN VASTE BURCHT IS ONZE GOD

 

Gez. 96 NHB vs. 1, 2

Een vaste burcht is onze God,  een toevlucht voor de Zijnen!  Al drukt het leed, al dreigt het lot,  Hij doet zijn hulp verschijnen!  De vijand rukt vast aan  met opgestoken vaan;  hij draagt zijn rusting nog  van gruwel en bedrog, maar zal als kaf verdwijnen!

 

Geen aardse macht begeren wij,  die gaat welras verloren.  Ons staat de sterke Held ter zij,  dien God ons heeft verkoren.  Vraagt gij zijn naam? Zo weet,  dat Hij de Christus heet,  Gods ééngeboren Zoon,  verwinnaar van de troon: de zeeg’ is ons beschoren!

 

 

  1. SLUITING

 

11.  SLOTZANG

 

DE STAD MET PAARLEN POORTEN Glorieklokken nr. 52

 

 

(Door u aangevraagd)

Lichtstad met uw paarlen poorten,  wond’re stad zo hoog gebouwd, nimmer heeft men op deez’ aarde,  ooit uw heerlijkheid aanschouwd.

Refrein:

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,  luist’ren naar zijn liefdesstem. Daar geen rouw meer en geen tranen,  in het nieuw Jeruzalem.

 

Heilig oord vol licht en glorie,  waar de boom des levens bloeit en de stroom van levend water  door de gouden godsstad vloeit. Refrein:

 

Schoon tehuis voor moede pelgrims,  komend uit de zandwoestijn, waar zij rusten van hun werken  bij de springende fontein. Refrein:

 

Wat een vreugde zal dat wezen,  straks vereend te zijn met Hem. In die stad met paarlen poorten,  in het nieuw Jeruzalem. Refrein:

 

 

Dit is de eerste zondagavondzang in dit seizoen.

Ook op deze zangavond had Wim de Penning de muzikale leiding en het orgel werd bespeeld door Joost van Belzen.

De eerstvolgende zondagavondzang hopen we te houden op zondag 17 november maar eerst organiseren wij vrijdag as. een benefietconcert samen met het mannenkoor Excelsior. Meer informatie betreffende ons koor, de zondagavondzangavonden en het benefietconcert vindt u op de website: www.bethelkerkkoor.nl.  Fijn dat u bij ons was! Graag tot ziens.

 

De collecte bij de uitgang is voor bestrijding van de kosten. U kunt ook uw bijdrage overmaken op bankrekening: NL37 RABO 0377 5023 40 t.n.v. Bethelkerkkoor

8

Zwijndrecht of via bovenstaande QR-code.